Notulen RMW op maandag 28 april 2025

 

Aanwezig: Jens Eggers, burgemeester

Maikel Iliaens, An Wauters, Robert Saviolo, Wouter Boncquet, Peter Verlinden, schepenen

Benno Daemen, voorzitter

Ann Schevenels, Maarten Gabriels, Greet Van Camp, Lisa Van den Dries, Leen Van Dun, Rocco Van Hove, Kris Van Engeland, Ilse De Smedt, Marc Stevens, Grace Tan, Maria Verreth, Frédéric Erens, Sabine Van Hoof, Olivier (Loulou) Dockier, Magali Leys, raadsleden

Luc De boeck, algemeen directeur

 

Verontschuldigd: Dominick Vansevenant, raadslid

 

 

Overzicht punten

Openbare zitting van RMW van maandag 28 april 2025.

 

1. Notulen 24 maart 2025

 

 

 

 

MOTIVERING

Feiten en context

De notulen van de openbare vergadering van 24 maart 2025 worden ter goedkeuring voorgelegd.

 

Advies

Goedkeuring.

 

Juridische grond

Decreet lokaal bestuur 22 december 2017. Artikel 32 en 74.

 

BESLUIT

Stemming op naam:

Met 12 ja-stemmen (Jens Eggers, Maikel Iliaens, An Wauters, Robert Saviolo, Wouter Boncquet, Peter Verlinden, Benno Daemen, Ann Schevenels, Leen Van Dun, Rocco Van Hove, Ilse De Smedt en Olivier (Loulou) Dockier)

bij 10 onthoudingen (Maarten Gabriels, Greet Van Camp, Lisa Van den Dries, Kris Van Engeland, Marc Stevens, Grace Tan, Maria Verreth, Frédéric Erens, Sabine Van Hoof en Magali Leys)

 

Enig artikel.

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen van de openbare vergadering van 24 maart 2025 goed.

 

Publicatiedatum: 22/07/2025
Overzicht punten

Openbare zitting van RMW van maandag 28 april 2025.

 

2. Deontologische code

 

 

 

 

MOTIVERING

Feiten en context

Een deontologische code is een van de instrumenten om te werken aan de integriteit van de bestuursorganen van een lokaal bestuur. Integriteit gaat er in de kern om dat het lokaal bestuur zich op zo’n manier organiseert dat haar mandatarissen tot beslissingen komen die zowel zuiver als zorgvuldig zijn.

 

Een belangrijk uitgangspunt  bij het ontwikkelen van deze code is dat hij in hoofdzaak geldt voor goedbedoelende mandatarissen. De code heeft tot doel om de mandatarissen te beschermen en dit door helderheid te bieden op bepaalde wettelijke vereisten behorende bij een zuivere uitvoering van het ambt.

 

Het doel van een deontologische code is in principe tweeledig:

1) de code geeft een beeld van de vraag ‘waarom’ deontologie voor een lokaal mandataris van groot belang is;

2) de code verheldert de gedragsregels die van toepassing zijn op de mandatarissen. 

 

Sinds 2007 moet iedere gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn  een deontologische code hebben. Sinds februari 2023 is daar ook een verplichte deontologische commissie bijgekomen. Deze commissie kijkt toe op de naleving en de handhaving van de code, waarbij deze ook de verleiding kan kanaliseren om vermoedens van schendingen via publieke kanalen (de pers, sociale media, tijdens de raadsvergadering) naar buiten te brengen. De commissie biedt de mogelijkheid om het vermoeden eerst in rust en onpartijdig te onderzoeken, vooraleer een oordeel wordt geveld. Dit vraagt om terughoudendheid en vertrouwen van de lokale mandatarissen. 

 

De deontologische code die we vandaag voorleggen bestaat uit drie delen:

  1. Inleiding  
  2. Gedragsregels zelf: deze hebben als doel om
    1. de zuiverheid van het handelen van mandatarissen en van de besluitvorming in de gemeenteraad en het college te bevorderen;
    2. bij te dragen aan het vertrouwen van de burger in het lokaal bestuur en in haar bestuursorganen;
    3. een gemeenschappelijke grond te geven aan de mandatarissen op basis waarvan zij zich kunnen bezighouden met de kerntaak van politiek-bestuurlijke organen: zorgvuldige besluitvorming.
  3. Naleving en handhaving: de naleving van de deontologische code is een gezamenlijke opdracht voor alle mandatarissen van het lokaal bestuur. In het kader van de handhaving, maakte de Vlaamse Regering het oprichten van een deontologische commissie verplicht. Deze commissie zien we als een instrument om te komen tot ‘zelfcorrectie’ die waakt over de zorgvuldige omgang met vermoedens van mogelijke schendingen van de deontologie in de schoot van de gemeenteraad en het college. 

 

Amendementen N-VA:

Amendement 1: nieuw artikel 1.5

Ter voorkoming van overschrijding van de norm beschreven onder 1.3 zorgt de algemeen directeur ervoor dat dossierbehandelende personeelsleden alle tussenkomsten opnemen in het desbetreffende administratieve dossier. Louter informatieve vragen of vragen/tussenkomsten van uitvoerende mandatarissen in het kader van hun functionele en hiërarchische relaties met de behandelende personeelsleden of diensten, vallen daarbuiten.

  

Amendement 2: nieuw artikel 2.4

Ter bevordering van de transparantie en het voorkomen van enige schijn van beïnvloeding spreken de mandatarissen onderling af dat:

• geschenken met een meer dan geringe geldwaarde die toch bij een mandataris in het bezit komen, worden gemeld aan de algemeen directeur. De mandataris meldt het hoe dan ook wanneer een geschenk op het thuisadres wordt afgeleverd. De algemeen directeur registreert de giften en geeft ze in alle transparantie een bestemming binnen het lokaal bestuur. Buitensporige geschenken worden alsnog teruggestuurd.

• uitnodigingen die bestemd zijn voor de gehele raad voor maatschappelijk welzijn, door de raad voor maatschappelijk welzijn worden beoordeeld. Het is de raad als geheel die de uitnodiging accepteert dan wel afwijst

 

Amendement 3: nieuw artikel 3.5

De algemeen directeur rapporteert jaarlijks over de gedeclareerde onkostenvergoedingen aan de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

 

Amendement 1 : verworpen 12 stemmen ( VLD Keerbergen - KVU - Vooruit en CD&V ) tegenover 10 stemmen ( N- VA, Vlaams Belang en Groen ) .

 

Amendement 2 : verworpen 12 stemmen ( VLD Keerbergen - KVU - Vooruit en CD&V ) tegenover 10 stemmen ( N- VA, Vlaams Belang en Groen ) .

 

Amendement 3 ingetrokken

 

Advies

Goedkeuring deontologische code.

 

Juridische grond

Decreet lokaal bestuur 22 december 2017.

Decreet 3 februari 2023 tot wijziging decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de oprichting van een deontologische commissie bij de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Stemming op naam:

Met 12 ja-stemmen (Jens Eggers, Maikel Iliaens, An Wauters, Robert Saviolo, Wouter Boncquet, Peter Verlinden, Benno Daemen, Ann Schevenels, Leen Van Dun, Rocco Van Hove, Ilse De Smedt en Olivier (Loulou) Dockier)

9 neen-stemmen (Maarten Gabriels, Greet Van Camp, Lisa Van den Dries, Kris Van Engeland, Marc Stevens, Grace Tan, Maria Verreth, Frédéric Erens en Sabine Van Hoof)

bij 1 onthouding (Magali Leys)

 

Artikel 1.

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de aangepaste deontologische code goed.

 

Artikel 2.

De aangepaste deontologische code treedt in werking vanaf 29 april 2025.

 

Publicatiedatum: 22/07/2025
Punt bijlagen/links RMW20250428 agendapunt 2 Deontologische code.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van RMW van maandag 28 april 2025.

 

3. Deontologische commissie

 

 

 

 

MOTIVERING

Feiten en context

Zoals omschreven in de deontologische code dient er in elke gemeente een deontologische commissie te worden ingericht. 

 

Inzake samenstelling van de commissie is het voorstel als volgt:

Het aantal leden van de deontologische commissie bedraagt 1 per fractie en evenveel als het aantal fracties in de raad voor maatschappelijk welzijn, aangevuld met de voorzitter van de raad die toegevoegd wordt en ook voorzitter is van de deontologische commissie.

Onafhankelijke raadsleden vormen geen fractie en zijn niet vertegenwoordigd in de deontologische commissie.

De algemeen directeur wordt ook toegevoegd aan de deontologische commissie en treedt op als secretaris.

Buiten de minimale verplichtingen heeft de decreetgever geen specifieke bepalingen opgelegd over de samenstelling van de commissie zodat het ook toegelaten is om vanuit de fractie niet raadsleden voor te dragen als lid.

 

Elke fractie wijst het mandaat in de commissie toe met een voordracht gericht aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. Indien er voordrachten ontvangen worden voor meer dan één fractielid als lid van de commissie, dan beslist de raad.

Een fractie kan tijdens de bestuursperiode steeds beslissen een ander lid aan te duiden door middel van een schrijven aan de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur. 

 

Vanuit de fracties werden volgende kandidaturen ingediend:

Vld Keerbergen:

- Sanne Van Esch.

 

KVU:

- Ludo van den Brande.

 

Vooruit:

- An Wauters.

 

CD&V:

- Liliane Goyvaerts.

 

N-VA:

- Geert Vueghs.

 

Groen Keerbergen:

- Myriam Servranckx.

 

Vlaams belang:

- Frédéric Erens.

 

Advies

Goedkeuring samenstelling deontologische commissie.

 

Juridische grond

Decreet lokaal bestuur 22 december 2017.

Het decreet van 3 februari 2023 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de oprichting van een deontologische commissie bij de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Met algemene stemmen.

 

Enig artikel.

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de samenstelling van de deontologische commissie goed.

 

Publicatiedatum: 22/07/2025
Punt bijlagen/links RMW20250428 agendapunt 3 Deontologische commissie.pdf Download
Overzicht punten

Openbare zitting van RMW van maandag 28 april 2025.

 

4. Visum: vaststelling voorwaarden voor voorafgaand visum

 

 

 

 

MOTIVERING

Feiten en context

In principe zijn alle voorgenomen financiële verbintenissen van gemeente en OCMW die resulteren in een uitgaande nettokasstroom onderworpen aan een voorafgaande visering door de financieel directeur (artikel 266 van het decreet lokaal bestuur), voordat enige verbintenis kan worden aangegaan. Het gaat daarbij niet alleen om overheidsopdrachten, maar ook om aanstellingen van personeel, huurcontracten, aankopen van onroerende goederen, enz.

 

De financieel directeur onderzoekt de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenissen in het kader van zijn opdracht vermeld in artikel 177, 1e lid, 1°. Hij verleent zijn visum, als uit dat onderzoek de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenis blijkt. Hij kan voorwaarden koppelen aan zijn visum. Als de financieel directeur weigert zijn visum te verlenen, of als hij er voorwaarden aan koppelt, motiveert hij dat.

 

De financieel directeur rapporteert aan de gemeenteraad over de visumverlening. De gemeenteraad bepaalt, na advies van de financieel directeur, de nadere voorwaarden waaronder de financieel directeur zijn controle uitoefent. De gemeenteraad kan binnen de perken vastgelegd door de Vlaamse Regering, en na advies van de financieel directeur, bepaalde categorieën uitsluiten van de visumverplichting. Als de financieel directeur weigert om een visum te verlenen aan een voorgenomen verbintenis, kan het college op eigen verantwoordelijkheid viseren. In dat geval brengt het college de gemotiveerde beslissing van de financieel directeur, samen met zijn eigen beslissing, ter kennis van de gemeenteraad

 

Organisatorisch is het niet haalbaar alle uitgaven te viseren voordat de verbintenis ontstaat en is het wenselijk dat de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn bepaalde categorieën uitsluiten van visumverplichting.

 

Volgens artikel 99 van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids-en beheerscyclus kan de raad volgende categorieën van verrichtingen niet uitsluiten van de visumverplichting:

1° de aanstelling van statutaire personeelsleden;

2° de aanstelling van contractuele personeelsleden voor onbepaalde duur;

3° de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode van één jaar of meer;

4° de verbintenissen waarvan het bedrag hoger is dan € 50.000,00;

5° de verbintenissen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar en waarvan het jaarlijkse bedrag hoger is dan € 25.000,00;

6° de investeringssubsidies. waarvan het bedrag hoger is dan € 10.000,00

Bij opeenvolgende contracten voor de aanstelling van contractuele personeelsleden voor dezelfde functie moet de totale duur worden aangenomen voor de toepassing van deze bepaling.

 

In afwijking van 3°, kunnen de aanstellingen van één jaar of meer in de volgende gevallen wel door de OCMW-raad worden uitgesloten van visumverplichting indien:

1° een tewerkstelling met toepassing van artikel 60§7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

2° een tewerkstelling ter uitvoering van andere werkgelegenheidsmaatregelen van hogere overheden dan deze vermeld in 1°, voor maximum vier jaar, in het kader van de opdracht van het OCMW, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 1, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, of in het kader van de opdracht van het OCMW, vermeld in artikel 8, 9 of 13, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

 

Volgens artikel 9 §7 van de statuten van het AGB gelden dezelfde vrijstellingen van visumplicht als dewelke gelden voor de gemeente.

 

De visumvoorwaarden zoals goedgekeurd door de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 25 maart 2019 worden beperkt bijgestuurd met het aanpassen van het grensbedrag van € 5.000,00 naar € 10.000,00, zowel voor verbintenissen als voor investeringssubsidies.

 

Het voorstel is om volgende categorieën van verrichtingen te onderwerpen aan de visumverplichting:

1° de aanstelling van statutaire personeelsleden;

2° de aanstelling van contractuele personeelsleden voor onbepaalde duur;

3° de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode van één jaar of meer;

4° de verbintenissen waarvan het bedrag, voor de volledige looptijd van de verbintenis, gelijk is aan of hoger dan € 10.000,00 excl btw;

5° de investeringssubsidies waarvan het bedrag gelijk is aan of hoger is dan € 10.000,00.

 

De volgende categorieën van verrichtingen worden uitgesloten van visumverplichting:

1° de verbintenissen waarvan het bedrag, voor de volledige looptijd van de verbintenis, kleiner is dan € 10.000,00 excl. btw.

2° de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode kleiner dan één jaar. Bij opeenvolgende contracten voor dezelfde functie moet de totale duur worden aangenomen voor de toepassing van deze bepaling.

3° de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode van één jaar of meer indien:

3.1° een tewerkstelling met toepassing van artikel 60§7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

3.2° een tewerkstelling ter uitvoering van andere werkgelegenheidsmaatregelen van hogere overheden dan deze vermeld in 1°, voor maximum vier jaar, in het kader van de opdracht van het OCMW, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 1, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, of in het kader van de opdracht van het OCMW, vermeld in artikel 8, 9 of 13, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

4° de investeringssubsidies kleiner dan € 10.000,00.

 

Het visum wordt bij overheidsopdrachten principieel gegeven voordat het college de opdracht gunt. Het visum wordt in ieder geval gegeven voor de verbintenis ontstaat. Indien de beslissing na visum gewijzigd wordt, wordt deze opnieuw ter visering voorgelegd aan de financieel directeur.

 

Advies

De financieel directeur verleent positief advies voor deze beslissing.

 

Juridische grond

Besluit Vlaamse regering 30 maart 2018. De beleids- en beheerscyclus

Decreet lokaal bestuur 22 december 2017. Artikel 177, artikel 220, artikels 266-267.

Gemeenteraad en raad van bestuur AGB 25 februari 2019. Statuten AGB.

 

BESLUIT

Met algemene stemmen.

 

Enig artikel.

De volgende categorieën van verrichtingen zijn onderwerpen aan de visumverplichting voor gemeente, OCMW en AGB:

1° de aanstelling van statutaire personeelsleden;

2° de aanstelling van contractuele personeelsleden voor onbepaalde duur;

3° de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode van één jaar of meer;

4° de verbintenissen waarvan het bedrag, voor de volledige looptijd van de verbintenis, gelijk is aan of hoger dan € 10.000,00 excl btw;

5° de investeringssubsidies voor een bedrag gelijk aan of hoger dan € 10.000,00.

 

De volgende categorieën van verrichtingen worden uitgesloten van visumverplichting  voor gemeente, OCMW en AGB:

1° de verbintenissen waarvan het bedrag, voor de volledige looptijd van de verbintenis, kleiner is dan € 10.000,00 excl. btw.

2° de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode kleiner dan één jaar. Bij opeenvolgende contracten voor dezelfde functie moet de totale duur worden aangenomen voor de toepassing van deze bepaling.

3° de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode van één jaar of meer indien:

3.1° een tewerkstelling met toepassing van artikel 60§7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

3.2° een tewerkstelling ter uitvoering van andere werkgelegenheidsmaatregelen van hogere overheden dan deze vermeld in 1°, voor maximum vier jaar, in het kader van de opdracht van het OCMW, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 1, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, of in het kader van de opdracht van het OCMW, vermeld in artikel 8, 9 of 13, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

4° de investeringssubsidies kleiner dan € 10.000,00.

 

Publicatiedatum: 22/07/2025
Overzicht punten

Openbare zitting van RMW van maandag 28 april 2025.

 

5. Dagelijks bestuur: aanpassing 2025

 

 

 

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten tenzij:

       de opdracht past binnen het begrip "dagelijks bestuur", waarvoor het college/vast bureau bevoegd is.

       de raad de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor die overheidsopdracht nominatief aan het college / vast bureau heeft toevertrouwd.

 

Het is de bevoegdheid van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn om te bepalen wat onder het begrip dagelijks bestuur moet worden verstaan.

In de zitting van 25 maart 2019 hebben de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn de inhoud van het begrip dagelijks bestuur vastgelegd en bepaald welke opdrachten kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

 

Om de interne werking te vereenvoudigen en optimaliseren, moet de definitie van 'dagelijks bestuur' vernieuwd worden. De huidige definitie van het begrip 'dagelijks bestuur' maakt een zeer groot onderscheid tussen exploitatie en investeringen. Exploitatie wordt nu quasi altijd als dagelijks bestuur beschouwd (contracten t.e.m. 5 jaar), investeringen slechts tot € 25.000,00. We wensen deze grens gelijk te trekken voor exploitatie en investeringen, waarbij de grens dan halfweg wordt ingesteld zijnde het drempelbedrag voor de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

De inhoud van het begrip dagelijks bestuur inzake het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten wordt vanaf nu voor zowel gemeente als OCMW omschreven als volgt:

       alle uitgaven van het exploitatiebudget waarvan het bedrag voor de volledige looptijd onder het drempelbedrag blijft van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking (heden € 143.000,00 excl. btw);

       alle uitgaven van het investeringsbudget waarvan het bedrag onder het drempelbedrag blijft van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking (heden € 143.000,00 excl. btw);

       het aanbrengen van wijzigingen aan overeenkomsten die het college/vast bureau nodig acht, voor zover deze wijzigingen geoorloofd zijn volgens de bepalingen van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en binnen de grenzen van het goedgekeurde budget.

 

Ook de beslissingen over het toetreden tot raamovereenkomsten die door andere aanbestedende overheden werden afgesloten, behoren tot het dagelijks bestuur voor zover zij de genoemde drempel (onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, heden € 143.000,00 excl. btw) niet overschrijden en dit voor de volledige looptijd van de raamovereenkomst.

 

Volgens artikel 56 §4 van het decreet lokaal bestuur, kan het college/vast bureau in gevallen van dwingende en onvoorziene omstandigheden op eigen initiatief de plaatsingsprocedure en voorwaarden van overheidsopdrachen vaststellen, ook indien de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn dit niet gedelegeerd heeft.

 

Volgens artikel 31 van de statuten van het AGB, zoals goedgekeurd in de zittingen van de gemeenteraad en raad van bestuur AGB van 25 februari 2019, is de laatst goedgekeurde invulling van dagelijks bestuur ook van toepassing op de werking van het autonoom gemeentebedrijf.

 

Advies

Gunstig advies financieel directeur. De aangepaste uitgavenprocedure gekoppeld in bijlage aan deze beslissing geeft een duidelijk overzicht van de voorgestelde uitgavenprocedure die na goedkeuring door de raad van de voorwaarden dagelijks bestuur en visum financieel directeur zal worden voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen en vast bureau.

 

Juridische grond

Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.

KB van 18 april 2017 inzake plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.

Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017. Artikel 41

Decreet lokaal bestuur 22 december 2017. Artikels 326 tot en met 341. Bestuurlijk toezicht.

Gemeenteraad en raad van bestuur AGB 25 februari 2019. Statuten AGB.

 

BESLUIT

Stemming op naam:

Met 12 ja-stemmen (Jens Eggers, Maikel Iliaens, An Wauters, Robert Saviolo, Wouter Boncquet, Peter Verlinden, Benno Daemen, Ann Schevenels, Leen Van Dun, Rocco Van Hove, Ilse De Smedt en Olivier (Loulou) Dockier)

10 neen-stemmen (Maarten Gabriels, Greet Van Camp, Lisa Van den Dries, Kris Van Engeland, Marc Stevens, Grace Tan, Maria Verreth, Frédéric Erens, Sabine Van Hoof en Magali Leys)

 

Enig artikel.

De inhoud van het begrip dagelijks bestuur inzake het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten wordt met ingang van 28 april voor zowel gemeente als OCMW omschreven als volgt:

       alle uitgaven van het exploitatiebudget waarvan het bedrag voor de volledige looptijd onder het drempelbedrag blijft van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking (heden € 143.000,00 excl. btw);

       alle uitgaven van het investeringsbudget waarvan het bedrag onder het drempelbedrag blijft van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking (heden € 143.000,00 excl. btw);

       het aanbrengen van wijzigingen aan overeenkomsten die het college/vast bureau nodig acht, voor zover deze wijzigingen geoorloofd zijn volgens de bepalingen van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en binnen de grenzen van het goedgekeurde budget. 

Ook de beslissingen over het toetreden tot raamovereenkomsten die door andere aanbestedende overheden werden afgesloten, behoren tot het dagelijks bestuur voor zover zij de genoemde drempel (onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, heden € 143.000,00 excl. btw) niet overschrijden en dit voor de volledige looptijd van de raamovereenkomst.

 

Publicatiedatum: 22/07/2025
Overzicht punten

Openbare zitting van RMW van maandag 28 april 2025.

 

6. Interleuven: algemene vergadering 18 juni 2025 bepaling mandaat

 

 

 

 

MOTIVERING

Feiten en context

Het OCMW Keerbergen is lid van de dienstverlenende vereniging Interleuven.

In de zitting van de gemeenteraad van 24 februari 2025 zijn Benno Daemen, voorzitter OCMW-raad, als vertegenwoordiger en Jens Eggers, burgemeester, als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de volledige legislatuur aangeduid.

 

Het OCMW Keerbergen is uitgenodigd voor de volgende algemene vergadering van Interleuven die zal plaatsvinden op woensdag 18 juni 2025 om 19u00 in de vergaderzaal van Interleuven, Brouwersstraat 6 te 3000 Leuven. 

 

Dagorde:

1. Samenstelling van het bureau;

2. Goedkeuring verslag algemene vergadering d.d. 19 maart 2025;

3. Verslag over de activiteiten 2024;

4. Jaarrekening per 31 december 2024 en verslag van de commissaris-revisor;

5. Verwerking van de resultaten krachtens art. 44 van de statuten;

6. Kwijting te verlenen aan bestuurders en commissaris-revisor;

7. Diversen.

 

Juridische grond

Wet 29 juli 1991. Motiveringsplicht handelingen.

Lidmaatschap gemeente Keerbergen bij Interleuven.

Algemene vergadering Interleuven 23 juni 1972: vastlegging statuten, laatst gewijzigd bij beslissing van 21 juni 2023 van bijzondere algemene vergadering.

Wet overheidsopdrachten 17 juni 2016.  Inhouse-exceptie.

Decreet lokaal bestuur 22 december 2017. Artikels 326 tem 341. Bestuurlijk toezicht.

Decreet lokaal bestuur 22 december 2017. Artikel 434. Paragraaf 1. Maximaal aantal bestuurders en  maximaal twee derde van de leden van de raad van bestuur van hetzelfde geslacht.

RMW 24 februari 2025. Agendapunt 4. Ruimte - Interleuven: aanduiding kandidaat-lid raad van bestuur, lid beheerscomité PBW, lid IL-KDV stuurgroep, vertegenwoordiger en plaatsvervangend vertegenwoordiger (buitengewone) algemene vergadering;

 

BESLUIT

Stemming op naam:

Met 14 ja-stemmen (Jens Eggers, Maikel Iliaens, An Wauters, Robert Saviolo, Wouter Boncquet, Peter Verlinden, Benno Daemen, Ann Schevenels, Leen Van Dun, Rocco Van Hove, Ilse De Smedt, Frédéric Erens, Olivier (Loulou) Dockier en Magali Leys)

8 neen-stemmen (Maarten Gabriels, Greet Van Camp, Lisa Van den Dries, Kris Van Engeland, Marc Stevens, Grace Tan, Maria Verreth en Sabine Van Hoof)

 

Artikel 1.

De vertegenwoordiger of plaatsvervangende vertegenwoordiger van het OCMW, die aan de vergadering zal deelnemen, wordt gemachtigd om de agendapunten van de algemene vergadering van 18 juni 2025 van Interleuven goed te keuren.

 

Artikel 2.

De volgende lijst van bestuurders aangesteld door de algemene vergadering van 19 maart  2025:

 Carl Devlies   voor de termijn 2025-2030

 Stef Van Calster  voor de termijn 2025-2027

 Sandra Schoovaerts  voor de termijn 2028-2030

 Tom Wouters  voor de termijn 2025-2027

 Bert De Wit  voor de termijn 2025-2030

 Willy Stroobants  voor de termijn 2025-2030

 Katelijne Suetens  voor de termijn 2025-2027

 Stijn Dekelver  voor de termijn 2028-2030

 Thomas Geyns  voor de termijn 2025-2030

 Joël Vander Elst  voor de termijn 2025-2030

 Tinne Allaerts  voor de termijn 2025-2030

 An Wouters  voor de termijn 2025-2030

 Elien Smeesters  voor de termijn 2025

 Eddy Vandenbosch  voor de termijn 2026-2030

 Peter Reekmans  voor de termijn 2025-2026

 Kristof Mollu  voor de termijn 2027-2028

 Kris Swinnen  voor de termijn 2029-2030

 Johan Everaerts  voor de termijn 2025-2030

 Geert Cluckers  voor de termijn 2025-2030

 Evelien Janssens  voor de termijn 2025-2027

 Nele Daemen  voor de termijn 2028-2030

wordt goedgekeurd.

 

Publicatiedatum: 22/07/2025
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.